Als het over caviavoer gaat, kan dit item natuurlijk niet onbesproken blijven. Net als mensen maar anders dan konijnen kunnen cavia’s deze vitamine namelijk niet zelf in het lichaam aanmaken. Bij mensen en cavia’s is het gen gulonolacton-oxidase niet actief waardoor het enzym voor aanmaak van ascorbinezuur (vitamine C) niet werkt. Het is dus van wezenlijk belang dat vitamine C in voldoende mate in caviavoer voorhanden is. De benodigde hoeveelheid (kracht)voer voor volwassen cavia’s ligt op ca. 50 tot 80 gram per dag. Algemeen wordt aangenomen dat een cavia per dag 15 tot 25mg vitamine C binnen dient te krijgen. Voor zieke, drachtige en zogende dieren ligt de behoefte duidelijk hoger, tot wel 50mg per dag. Zeugjes die drachtig zijn, hebben extra veel vitamine C nodig omdat voor de ontwikkeling van de jongen veel bindweefsel aangemaakt moet worden. Een proces waarbij vitamine C een rol speelt. Ook cavia’s die stress ondervinden verbruiken veel vitamine C. Vitamine C moet dagelijks verstrekt worden, een cavia kan er in het lichaam nauwelijks een hoeveelheid van opslaan.
Uitgaande van een behoefte van 50mg vitamine C per dag en een voeropname van 60gram korrels per dag zou er 835mg/kg werkzame vitamine C aanwezig moeten zijn in caviakorrels.
Werkzame vitamine C in het voer
Vele soorten groenvoer zijn een prima bron van vitamine C. Echter de gehaltes vitamine C variëren sterk per soort groenvoer. Het is daarom zeker bij fokdieren veiliger om de vitamine C behoefte middels het krachtvoer te verstrekken. De vitamine C, scheikundig ascorbinezuur genoemd, die in caviavoer gebruikt wordt is echter zeer instabiel. Al zodra het voer geperst wordt gaat -afhankelijk van de temperatuur van persen – ca. 40% van de werking van de toegevoegde hoeveelheid vitamine C verloren.
Dit komt omdat de verhitting bij het persen er voor zorgt dat het ascorbinezuur sneller oxideert (zich verbindt aan zuurstof), waarmee het zijn werking als vitamine verliest. Ook als het geperste product eenmaal gereed is, zal de werking van de vitamine C nog geleidelijk teruglopen tot nog eens circa de helft van de hoeveelheid na 5 tot 6 maanden. De mate van verlies van de werking van vitamine C is afhankelijk van de bewaring. Bij droge en koele bewaring zal de werking van vitamine C het minst teruglopen! Als we aan het einde van de houdbaarheidsperiode van het voer nog voldoende werkzame vitamine C in het (geperste) voer willen hebben voor drachtige zeugjes, dan moet er oorspronkelijk dus (835 / 50% =) 1670 / 40% = 4175mg/kg vitamine C in het voer worden toegevoegd. Voor cavia’s die niets hoeven te presteren of heel veel verse groente en fruit krijgen bijgevoerd, ligt de behoefte aan vitamine C in het krachtvoer uiteraard lager. Echter voeders met minder dan ca. 2500mg/kg (instabiele) vitamine C kunnen we als niet-compleet voor fokdieren beschouwen. Bij deze voeders is het bijvoeren van vers vitamine C houdend groenvoer of het verstrekken van vitamine C supplementen dus van belang.
Houdbaarheidsdatum
Als gevolg van het teruglopen van de werkzame hoeveelheid vitamine C, is het vitamine C gehalte in vers voer hoger dan in voer dat richting de uiterste houdbaarheidsdatum gaat. Dit geld ook voor groente, kruiden en fruit. Hoe verser hoe hoger de werkzame hoeveelheid vitamine C. Gedroogde kruiden bevatten nog maar een fractie van de vitamine C dan verse kruiden. Een te grote opname van vitamine C bij het verstrekken van heel vers voer is niet ondenkbaar, maar een cavia kan hier echter behoorlijk goed mee omgaan, dit in tegenstelling tot een konijn!. Een cavia scheidt het teveel aan vitamine C met de urine uit.
Bij veel diervoeders is het gebruik ervan bij verstrijken van de uiterste houdbaarheidsdatum niet direct een gevaar. Bij caviavoer raden wij echter wel af om voer waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken aan te bieden. De werkzame hoeveelheid vitamine C kan te gering zijn.
Vitamine C gebrek
Vele ziekten en gebreken bij cavia’s komen voort uit een vitamine C gebrek. Vitamine C vervult bij vele processen in het lichaam een belangrijke functie. Vitamine C speelt een rol bij de ademhaling, in het maagdarmkanaal en natuurlijk bij de opbouw en behoud van weerstand tegen infectieziekten. Een andere belangrijke rol speelt vitamine C bij de vorming van collageen; bouwsteen van huid en botten.
Een tekort aan vitamine C zal snel leiden tot een algemeen verminderde weerstand en het slechter herstellen van wonden, ontstekingen of botbreuken. Ook problemen als vermagering, diarree, slechte vacht, slechte groei en slechte vruchtbaarheid kunnen direct of indirect met een tekort aan vitamine C te maken hebben. Cavia’s hebben van nature mijten bij zich, bij een vitamine C tekort zal de algehele weerstand snel terug lopen waardoor mijten voor huidinfecties kunnen gaan zorgen, die gepaard kunnen gaan met heftige jeuk.
Een permanent te lage opname van vitamine C zal niet acuut tot de dood van je cavia leiden, maar je cavia krijgt geleidelijk een lagere weerstand en gezondheidsproblemen.
Overdosis vitamine C
Het kenmerk van in water oplosbare vitamines zoals vitamine C is dat je niet snel een overdosis zult krijgen. De opgeloste vitamines ‘spoelen’ weg wanneer je lichaam ze niet opneemt. Dat betekent ook dat een grote dosis in één keer, zoals bij druppels vitamine C, weinig effect zal hebben. Het wordt afgevoerd wanneer er ‘niets voor ze te doen is’. Alleen al daarom is opname van Vitamine C uit de voeding aan te raden. De opname in het lichaam is daarbij het meest optimaal. Een cavia scheidt het teveel aan vitamine C met de urine uit. Bij een konijn kan een overdaad aan (toegevoegde) vitamine C wel zorgen voor problemen met de lever en de nieren.