In de 20 jaar ervaring die ons team inmiddels heeft met caviavoer, kregen we regelmatig vragen over de voeding van cavia’s. Deze vragen gingen heel vaak over problemen rond de dracht (miskramen of onverklaarbare vroeggeboortes) en problemen rond het werpen zoals te grote jongen.
In alle boekjes en sites over cavia’s die we kennen wordt geschreven dat een caviazeugje rond de dracht niet anders gevoerd hoeft te worden. Inmiddels zijn wij ervan overtuigd dat het beter is om drachtige cavia’s wel anders te voeren.
Onderstaande veel voorkomende problemen bij cavia’s zijn deels door anders te voeren te voorkomen;
- resorptie van de jongen
- miskramen
- te vroeg geboorte
- (veel) dode jongen
- extreem grootteverschil tussen de jongen
Resorptie van de jongen betekent dat het lichaam van de zeug zelf de dracht afbreekt en zelf de vruchtjes opruimt. Dit is op zich niet schadelijk voor de zeug zolang er geen baarmoederontsteking optreedt. De dracht duurt bij een cavia tussen 60 en 72 dagen. We spreken van een miskraam als de dracht korter dan 40 dagen duurt. Anders dan bij een resorptie, vindt er dan wel een bevalling plaats. Meestal eet het zeugje alles wat geboren wordt op zodat je er weinig van terug ziet.
Een abortus of vroeggeboorte kan een besmettelijke en een niet besmettelijke oorzaak hebben. Uit voorzorg is het echter altijd raadzaam om de bewuste zeug direct apart te zetten, de eventueel dode vruchten te verwijderen en andere zeugjes niet in contact te laten komen met deze zeug.
Onze ervaring is dat veel abortus en geboorteproblemen bij de cavia’s verband houden met toxoplasmose of eventueel met campylobacter.
Steriel voeren
We hebben de sterke indruk dat er op hooi, (berm)gras en kruiden meer toxoplasmoseparasieten mee de caviastal binnenkomt dan we zouden willen. De meest veilige manier om je drachtige cavia’s te voeren is met steriel voer. Dat betekent het aanbieden van caviakorrels, kunstmatig gedroogd hooi en groente uit de kas.
Caviakorrels zijn verhit geweest tijdens productie en in gemengd voer zitten nog onbewerkte granen, etc. Hooi zowel verpakt als onverpakt is naar ons idee een belangrijke drager voor de toxoplasmose parasiet. Verstrek je drachtige cavia’s daarom kunstmatig gedroogd hooi zoals Hartog compactgras. Hiermee sluit je het risico van toxoplasmose besmetting via het voer uit.
Verstrek aan je drachtige cavia’s ook geen (berm)gras, kruiden of groente van buiten. Maar beperkt het tot groente zoals paprika en tomaat uit de kas – plaatsen waar geen kat komt.
Tenslotte is het raadzaam om zelf ook extra hygiënemaatregelen te nemen, zeker als je meer dieren hebt die drager van toxoplasmose of campylobacter kunnen zijn. Denk aan katten, kippen en geiten. Was voor het voeren je handen en voorkom dat je andere dieren bij de (drachtige) cavia’s in de buurt kunnen komen.